familieverhouding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:familieverhouding(hulp,bestand)

Woordafbreking

• fa·mi·lie·ver·hou·ding

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellingvanfamilieznenverhoudingzn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	familieverhouding	familieverhoudingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de familieverhouding v

1. relatie tussen de leden van een groep bloedverwanten

   ▸Advocaat Sander Janssen: "Als ik dit zo lees, krijg ik niet de indruk van een problematischefamilieverhouding."

   ▸Alleen verlies brengt de Manchester-ster aan de kook.,,Dan gaat het in zijn hoofd zitten. Ik zie een nederlaag als een leermoment, maar voor hem is verliezen anders. Hij wordt dan helemaal gek. "Ondanks de sterrenstatus van Paul verandert er niets in defamilieverhoudingtussen Florentin en de middenvelder.,,Hij kan nog zoveel prijzen winnen, hij blijft mijn kleine broer. "

Gangbaarheid

• Het woordfamilieverhoudingstaat in deWoordenlijst Nederlandse Taalvan de Nederlandse Taalunie.